Terug naar boven

De Oisterwijkse Bossen en Vennen met pingoruïne

Het natuurgebied ‘de Oisterwijkse bossen en vennen’ ligt ten zuiden van Oisterwijk, aan weerszijden van de weg naar Oirschot. In reactie op de plannen om dit gebied te verkavelen en te bebouwen kocht de Vereniging Natuurmonumenten in 1913 het gebied aan. Het Diaconieven was het eerste ven dat Natuurmonumenten in Noord-Brabant kocht.

In dit natuurgebied van 410 hectare liggen tientallen vennen die zijn ontstaan tijdens de laatste IJstijd. De meeste vennen zijn gevormd door de wind, die laagtes uitsleet en het zand opstoof tot grote hopen ten zuidoosten daarvan. Later vulden deze kommen zich met regenwater.[1] Aan het einde van de negentiende eeuw werden hectares grove dennen aangeplant als productiebos voor de mijnen en de scheepsbouw. Natuurmonumenten heeft deze eentonige dennenakkers omgevormd tot een gevarieerder bos. Door het gebied lopen diverse wandel- en fietsroutes.

Een van deze routes loopt langs veertien vennen: het Speijckven, het Diaconieven, het Brandven, het Groot Kolkven, het Lammerven, het Voorste Goorven, het Witven, het Klein Aderven, het Groot Aderven, het Staalbergven, het Van Esschenven, het Goorven, het Heiven en de Brouwkuip.[2] De naamgeving van de vennen is bijzonder. Het Groot Kolkven, dat uit de IJstijd stamt, is een restant van een oud smeltwaterdal, dat ontstond door een grote waterstroom. Het Goorven ontleent zijn naam aan het woord ‘goor’, dat moeras betekent. Het Witven is zo genoemd omdat op de bodem van het ven wit zand ligt. Het Van Esschenven dankt zijn naam aan de Oisterwijkse familie Van Essch.[3] De naam ‘de Brouwkuip’ is afkomstig van de Oisterwijkse bevolking, die het ven zo noemde omdat de bierbrouwers er hun kuipen in reinigden en het Brandven dankt zijn naam aan het feit dat hier bluswater uit werd gehaald.[4]

Het Brandven is een bijzonder ven, want het is een zogenoemde pingoruïne. Het Nederlandse woord voor pingo is vorstheuvel. Pingo is het woord dat de Inuit (Eskimo) gebruiken in de permafrostgebieden van Canada voor koepelvormige heuvels waarvan de kern bestaat uit ijs. Toen het klimaat warmer werd, bijvoorbeeld aan het einde van een ijstijd, bleef van een pingo een cirkelvormig meer of krater over. Dit noemt men een pingoruïne. Veel pingoruïnes zijn na het afsmelten van het ijs langzaam opgevuld met veen.[5] (Foto A en B)

In 2012 verwierf het Regionaal Archief Tilburg twee oude wandelkaarten met routes langs de Oisterwijkse vennen.[6] (Foto C tot en met F)

Klik hier voor fiets- en wandelroutes.

 

[2] Voor een mooie beschrijving met foto’s van het Voorste Goorven, het Heiven en het Achterste Goorven, zie www.aardkundigewaarden.nl/aardkundigemonumenten/detailpagina.php?tuin_ID=337.

[3] Voor een mooie beschrijving met foto’s van het Van Esschenven, zie www.aardkundigewaarden.nl/aardkundigemonumenten/detailpagina.php?tuin_ID=280.

[5] Wagemans en Leenders, ‘Inventarisatie historisch landschap Oirschot’, zie

www.sbeo.nl/PDF_files/Catalogus%20Cultuurhistorische%20Inventarisatie%20Oirschot.pdf, 15. Zie ook Franken, Van den Oord en De Bakker, Oisterwijk. Een geschiedenis van meer dan 800 jaar, 15.

A - Hoogtekaart van de Oisterwijkse bossen en vennen en de Kampina (Actueel Hoogtebestand Nederland). Blauw geeft de lage delen aan, via groen en geel worden de bruine, hoogst gelegen terreindelen bereikt. (Bron foto)