Terug naar boven

De Velderse Wal

Topografische kaarten uit de negentiende en vroeg-twintigste eeuw geven nauwelijks informatie waaruit blijkt dat er aarden wallen voorkomen in Het Groene Woud. Zelfs de wal rond Velder is niet op deze kaarten ingetekend.[1] Toch zijn er op meerdere plaatsen wallen in het terrein te vinden. In het natuurgebied De Mortelen liggen er wallen uit verschillende periodes die honderden jaren ongestoord gebleven zijn.[2] Ook in Velder en in De Geelders liggen nu nog wallen.[3]

In het kader van het Canon+-project van de Stichting Brabantse Bronnen is in 2014 onderzoek verricht naar grenswallen in Het Groene Woud. Daarbij worden dateringen met OSL-techniek (Optically Stimulated Luminescence) uitgevoerd en waar mogelijk C14- en pollenmonsters genomen. Vanaf 2015 worden de resultaten verwacht van dit archeologisch onderzoek naar de datering van de Velderse Wal op landgoed Velder en van de grenswal rondom het Speet in de Geelders. (Foto A tot en met I)

Ook wordt getracht inzicht te verwerven in de functie van de wallen in relatie tot hun ligging in het landschap, in de historisch-geografische ontwikkeling en in de samenhang van de bodem en de ecologie van de wal. Naast dit onderzoek worden vanaf 2015 ook 7 grenswallen in Het Groene Woud hersteld en wordt één grenswal beleefbaar gemaakt. (foto J en K)

De Velderse Wal

Middeleeuwse bossen waren vaak omgeven door een wal met een min of meer afgerond, rond of ovaal verloop. Het bos Velder tussen Boxtel en Oirschot is daarvan een mooi voorbeeld. Tot rond 1300 lag hier op de natte, lemige gronden een uitgestrekt bosgebied: het bos van Oirschot. De heer van Boxtel bezat hier voor 1300 al een deel van. In 1303 verkocht de hertog van Brabant het gebied en de bomen van Heerenbeek, dat in het noorden grensde aan de grond van de heer van Boxtel, aan de abdij van Averbode. Op die grens ligt een deel van de Velderse Wal die rond het bos Velder loopt.

De afwatering vanuit het zuiden stuit af op de wal en het water stroomt oostwaarts om vervolgens door het ‘Gat in de Velderse Wal’ naar het noordoosten te kunnen ontsnappen.[4] De Velderse wal is altijd een belangrijke politieke, parochiale en administratieve grens geweest en vormt ook nu nog een deel van de gemeentegrens tussen Boxtel en Oirschot.[5] De totale lengte van de Velderse Wal bedraagt 4.833,20 meter. (Foto L)

De oudste vermelding van Velder

In het recente verleden zijn meerdere pogingen ondernomen om de oudste vermelding van Velder en/of het bos van Velder bij Liempde te vinden. Jean Coenen nam aan dat de namen ‘Te Velde’, ‘Vellaer’ en ‘Velder’ verwijzen naar één en hetzelfde goed in Liempde, namelijk het huidige Velder.[6] Het goed Te Velde wordt al in 1368 genoemd en dat zou dan de oudste vermelding van Velder zijn. Coenen baseerde zich hierbij op een studie van Beelen.[7] Beelen geeft echter geen bewijzen voor een vereenzelviging van de drie toponiemen en het is dus niet zeker of het bij deze vermelding in 1368 om het huidige Velder gaat.

Voor wat betreft het bos identificeerde Coenen een ‘bos in Lint’ dat wordt genoemd in een oorkonde van 12 januari 1311 met een bos in Liempde en daarmee (mogelijk) met Velder.[8] De betreffende oorkonde van de hertog van Brabant geeft een precieze beschrijving van de belendingen van het goed Jekschot bij Sint-Oedenrode, met daarin de tekst: 'op den eersten grave Jans van Zoutvelt agter sijn huijs regt tegens onsen bosch van Lint’.[9] Dit ‘Lint’ werd door Coenen geïnterpreteerd als Liempde, maar dat kan onmogelijk juist zijn.

Een probleem hierbij is dat de originele oorkonde van 1311 verloren is gegaan en we er alleen latere en zeer slechte tekstversies van hebben. Een speurtocht naar andere afschriften leidde in het archief in ’s-Hertogenbosch naar nog een versie die dateert uit de zeventiende eeuw. Deze heeft exact dezelfde passage als de tekst in het Oorkondenboek van Camps: ‘onsen bosch van Lint’.[10] En ook in de inventaris van het BHIC wordt dit ‘Lint’ ten onrechte geïdentificeerd met Liempde. (Foto M en N)

De palen (begrenzingen) van Jekschot die in deze oorkonde genoemd worden, zijn exact gelokaliseerd en gereconstrueerd door Martien van Asseldonk, die er ook een kaart van maakte.[11] Die laat overduidelijk zien dat ‘onsen bosch van Lint’ onmogelijk het bos in Liempde kan zijn. Het gaat hier in werkelijkheid om de bossen van Het Lijnt onder Veghel en daarmee vervalt dus deze vermeende oudste vermelding van het bos van Velder. (Foto O)

Ook Karel Leenders deed een poging. Volgens hem lijkt ‘Velder’ voor het eerst genoemd in 1380 en 1384.[12] Voor het jaar 1380, waar het gaat om ‘Verlaer’, baseert hij zich op een veronderstelling van Ferdinand Smulders. Deze hield echter duidelijk een slag om de arm bij de identificatie. Smulders is voorzichtig en zegt dat ‘Verlaer’ in een cijnsboek uit 1380 ‘wellicht te identificeren is met Vellaer en Velder’.[13] Zekerheid over deze oudste vermelding in 1380 is er dus niet. De vermelding van ‘Vellaer’ uit 1384 komt uit het schepenprotocol van ’s-Hertogenbosch. (Foto P)

In deze Latijnse registratie geeft Geertrui, dochter van Wouter Coelborner, weduwe van Rodolf, zoon van Hendrik Priems, met haar voogd, en met Wouter, haar zoon, een stuk weiland in Liempde op een plaats genaamd ‘Vellaer’, gelegen tussen het erfgoed van de heer van Boxtel enerzijds en tussen het erfgoed van Nicolaas genaamd Coelborner anderzijds in erfcijns aan Engelbert, zoon van wijlen Lambert van Ertbruggen. Voor de datering van deze registratie, met het slot ‘Testes datum supra’, moeten we naar de voorgaande registratie kijken. Daar staat als slotzin: ‘Testes Willelmus et Symon, datum quinta post Oculi’. In combinatie met het jaartal 1374, dat bovenaan op dezelfde folio in een akte staat, kan de akte gedateerd worden. Willem en Simon zijn de schepenen; dit zijn Willem, zoon van Arnoud Tielkens, en Simon de Mirabello, samen schepen van Den Bosch in het schepenjaar 1383. De dagaanduiding ‘datum quinta post Oculi’ geeft dan de datum 17 maart 1384.[14]

Deze aantekening in het schepenprotocol van ’s-Hertogenbosch is een betrouwbare bron en dus hebben we nu met 17 maart 1384 de oudste historische vermelding van een weiland op Velder. Bos wordt in deze akte niet genoemd.

In de vijftiende-eeuwse schepenprotocollen van ’s-Hertogenbosch komen we het toponiem ‘Vellaer’ (= Velder) vaak tegen.[15] In een akte uit 1441 staat een gedetailleerde beschrijving van de ligging van het erfgoed Velder.[16] (Foto Q)

De tekst luidt: Susanna, filia quondam Iacobi Wyffelleers, cum tutore, totum ius sue vitalis possessionis … ex domibus et ortis et hereditatibus sibi adiacentibus, sitis ad locum dictum Heerbeeck in parrochia de Oerscot, inter hereditatem dictam Vellaer ex uno et inter hereditatem et cum uno fine iuxta communitate et cum reliquo fine ad hereditatem Iohannis van Boert, prout in litteris de Oerscot, legitime supportavit (= Een zekere Suzanna, dochter van wijlen Jacob Wyffeleers, draagt haar recht dat zij tijdens haar leven bezit in een erfpacht over; die erfpacht moet aan haar betaald worden uit huizen en tuinen en daaraan grenzende erfgoederen op de plaats Heerbeek in de parochie van Oirschot, tussen het erfgoed genaamd ‘Vellaer’ enerzijds en tussen het erfgoed en met het ene einde naast het gemeenschappelijk land en met het andere einde tot het erfgoed van Jan van Boert).

Het 'bos van Velder' wordt voor het eerst genoemd in het schepenprotocol van ’s-Hertogenbosch op 21 augustus 1487.[17] (Foto R)

De Velderse grenswal

In De Velder markeert de wal de oude grens tussen Liempde en Oirschot. Het gebied is sterk geaccidenteerd met een hoogteverschil van 5,2 meter over ruim driehonderd hectare. De Velderse Wal ligt op de grens tussen het landgoed Heerenbeek en het Velderbosch en is nog steeds herkenbaar in het landschap. In het gebied ten oosten van de weg die van huis Velder naar Heerenbeek loopt, ligt nog een dubbele en driedubbele walstructuur.[18]

De conditie van de wal is over het algemeen nog vrij goed. Wat nog resteert is over het grootste gedeelte waarschijnlijk het originele ophogingspakket. De wal is bijna vijf kilometer lang en wordt doorsneden door de spoorlijn van Boxtel naar Eindhoven en door de A2. Het grootste gedeelte van de wal is een enkele wal met aan beide zijden een greppel. Over het algemeen zijn ook de greppels nog goed zichtbaar, maar zij bevatten over de gehele lengte een dik organisch pakket waardoor de werkelijke diepte niet bekend is. In de wal zijn zeker twee doorgangen geweest, waarvan er één nog steeds in functie is en een wandel- en fietspad doorlaat. Deze weg is er echter veel later na de aanleg van de wal gekomen. De andere doorgang – de oudste – is nu uit het zicht verdwenen.[19] Op een kaart uit 1650 is ‘t’gatt in den Velderschen wall’ mooi aangegeven. (Foto S)

Op de oude grenswal van Veldersbosch langs de beek zijn bijzondere struiksoorten als viltroos en wegedoorn aangetroffen. Langs de grenswal groeit de voor Noord-Brabant zeer zeldzame eenbes, een indicator voor oud bos. De halfronde begrenzing van het Veldersbos en de wal wijzen samen met de historische bronnen in de richting van het oudste bos in de regio.[20] In het rapport uit 2008 van Leenders, Maes, Jungerius, Van den Ancker en De Jongh wordt voor mogelijk gehouden dat de aanleg van de Velderse Wal al plaatsvond in de twaalfde eeuw. Het onderzoek dat in het kader van het Canon+-project wordt verricht, hoopt onder meer een antwoord te geven op de vragen naar de ouderdom, functie en de evolutie in de tijd van de oude grenswal.

Oudste vermelding van de Velderse wal

Volgens Karel Leenders zou de Velderse Wal uit 1540 kunnen zijn, omdat er een schriftelijk document is waarin een grenspaal de naam ‘Veldersgrave’ draagt.[21] Helaas zijn er geen documenten bekend over de aanleg van de wal. Daarom wordt nu met andere technieken geprobeerd de wal te dateren. Als oudste vermelding die met zekerheid over de wal gaat, beschouwt Leenders een bron uit 1625 in het huisarchief van kasteel Stapelen.[22] De hoeve Velder was toen omgeven door een wal en het goed bestond vooral uit heide, weide en houtwas. Hein Vera kon met zijn onderzoek een eeuw verder terug en hij dateert de oudste vermelding uit het midden van de zestiende eeuw. In de rekeningen van de heerlijkheid Boxtel staan onder het jaar 1558-1559 posten die betrekking hebben op de wal in Velder.[23]

Tijdens het onderzoek voor de landschapscanon van Het Groene Woud is nog een concrete vermelding gevonden die dateert uit 1605.[24] Het stuk bevat een aantal getuigenissen over de waterloop langs de Velderse Wal en over het perceel de Velderse Hoeve, zoals: ‘Wouter, zoene wijlen Joerdens Toernkens, innegesetene der vrijheit van Oirschot, … heeft getuycht … waerachtich te zijn dat hy … tot veele ende verscheyden reysen den voirs. tochtgrave ofte waterloep, loepende langs den voirs. Velders walle met Gielisen, zijn voirs. meester, heeft helpen ruymen ende opgraven'. (Foto T)

Het ‘record’ staat momenteel op naam van Ger van den Oetelaar. In december 2014 vond hij in het schepenprotocol van Boxtel een registratie uit 1521 waarin zowel het ‘Vellers huys’ als de Velderse Wal worden genoemd.[25] (Foto U)

 

[1] Jungerius en Van den Ancker, m.m.v. Leenders, Maes en De Jongh, Aarden wallen in het Nationale Landschap Het Groene Woud, zie www.cultureelerfgoed.nl/sites/default/files/publications/tot-hier-en-niet-verder-wallenbundel_.pdf, 237.

[2] Leenders, Maes, Jungerius en Van den Ancker, Oude, 31.

[3] Voor de Velderse Wal, zie Leenders, , Oude Bossen en Wallen in Het Groene Woud, 33-41.Voor die in De Geelders, zie Leenders e.a., Idem, 42-54.

[4] Leenders, Wallen in Brabant, zie www.academia.edu/1128668/WALLEN_IN_BRABANT, 15.

[5] Jungerius en Van den Ancker, m.m.v. Leenders, Maes en De Jongh, Aarden wallen in het Nationale Landschap Het Groene Woud, 244.

[6] Coenen, Baanderheren, 71.

[7] Beelen, Liempdse contreien, 146 en 358-359.

[8] Coenen, Baanderheren, 38. Deze oorkonde in Camps, Oorkondenboek I, 1014-1020, nr. 835.

[9] Camps, Ooorkondenboek I, 1019.

[10] BHIC, toegangsnr. 7745, archief Heerlijkheid Jekschot (bij Sint-Oedenrode), 1529-1881, inv. nr. 515. Deze oorkonde staat onder de datum 12 januari 1310, omdat ten onrechte niet uitgegaan is van het gebruik van de paasstijl.

[12] Leenders, Cultuur-historisch overzicht van het deelgebied Liempde-Nijnsel, en Leenders e.a., Oude Bossen en Wallen in Het Groene Woud, 37.

[14] Jacobs, Justitie en politie, 260.

[15] Bijvoorbeeld -Hertogenbosch, SA, rechterlijk archief ‘s-Hertogenbosch, inv. nr. R 1210, fol. 90r, inv. nr. R 1234, fol. 188r.

[16] ’s-Hertogenbosch, SA, rechterlijk archief ‘s-Hertogenbosch, inv. nr. R 1211, fol. 199r. Vriendelijke mededeling van Ger van den Oetelaar.

[17] ’s-Hertogenbosch, SA, rechterlijk archief ‘s-Hertogenbosch, inv. nr. R 1256, fol. 100v. Vera, ‘‘.... dat men’, zie http://www.heinvera.nl/proefschrift/Bijlage%20bossen.pdf, 8.

[18] Leenders e.a., Oude Bossen en Wallen in Het Groene Woud, 33-34. De Jongh, Inventarisatierapport zuidzijde Velderse wal, zie http://www.duthmala.nl/VelderseWal.pdf, 5.

[19] De Jongh, Inventarisatierapport zuidzijde Velderse wal, zie http://www.duthmala.nl/VelderseWal.pdf, 21-24.

[20] Leenders e.a. Oude Bossen en Wallen in Het Groene Woud, 40.

[21] Leenders e.a. Oude Bossen en Wallen in Het Groene Woud, 39: Wallen volgens oude kaarten en archieven: een grenspaal met Oirschot heette in 1540 ‘Veldersgrave’. Daar graaf vaak een wal is en niet een sloot, kan dit de eerste vermelding van de wal van Velder zijn. In 1625 werd van de hoeve Velder gezegd dat deze omgeven was door een wal ... ‘.

[22] Leenders e.a., Oude Bossen en Wallen in Het Groene Woud, 39; BHIC, Huisarchief Stapelen, 176.

[23] Brussel, ARA, archief Rekenkamers, inv. nr. 19233/49, fol. 4r en 40r. Gegevens aangeleverd door Hein Vera.

[24] ’s-Hertogenbosch, BHIC, toegangnr. 288, archief Huis Stapelen in Boxtel, 1294-1879, inv. nr. 70, akten van verklaring, dat de waterloop komende van gemeint Verdonk altijd langs Velderse Wal en over perceel Velderse Hoeve gelegen heeft, 1605.

[25] ’s-Hertogenbosch, BHIC, toegangsnr. 392, oud-archief Boxtel inv. nr. 60 , fol. 184.