Terug naar boven

De Armenhoef te Best

De monumentale boerderij de Armenhoef aan de Oirschotseweg 117 te Best is een bijzondere hoeve. Sinds kort is bekend dat dit de oudste nog bestaande boerderij van Nederland is, en misschien zelfs van heel West-Europa.[1] Uitbreiding van het melkveebedrijf door de huidige eigenaren, de familie Scheepers, zette het proces van onderzoek en restauratie in gang.

In opdracht van de gemeente Best werd dendrochronologisch onderzoek verricht. Hierbij wordt aan de hand van de jaarringen in het hout bepaald wanneer de bomen die dit hout leverden, zijn gekapt. In verschillende balken van het eikenhouten gebint zijn hiervoor monsters genomen met een holle boor. Uit de jaarringen van acht monsters bleek dat de houten constructie dateert uit 1263. (Foto A tot en met I)

Het bijzondere van deze boerderij is dat de gebintstijlen niet zijn ingegraven, wat in 1263 modern was. Vóór die tijd werden de stijlen van de constructie in de grond ingegraven, met als gevolg dat archeologen de sporen hiervan kunnen terugvinden als verkleuringen in de grond. Door het gebruik van een constructie op poeren van veldkeien of een blok metselwerk is dat niet mogelijk voor boerderijen uit de dertiende eeuw of later. Wanneer zo’n boerderij verdween, liet dit geen grondsporen na. Juist daarom vormt de Armenhoef een unieke kans om leemtes in de kennis van boerderijconstructies uit de dertiende en veertiende eeuw in te vullen. De boerderij staat in dit opzicht op een scharnierpunt in de tijd.[2]

Het oudste gebint staat in het schuurgedeelte van de boerderij. Het woongedeelte is in de zeventiende eeuw aan de zuidkant tegen dit oudere deel aangebouwd. Dit woonhuis, waar de familie Scheepers nu nog in woont, dateert op zijn vroegst uit 1680. Het is in de loop der tijden dusdanig verbouwd dat het geen historische waarde meer heeft.

Filmpje: 'De oudste boerderij van Europa staat in Best'

Historische gegevens

De boerderij wordt voor het eerst genoemd in het begin van de veertiende eeuw in het zogenaamde Casselboek. Dit Casselboek is het oudste leenregister van de hertog van Brabant uit 1312. Daarin staat in het Latijn: ‘Theodiricus, Wilhelmi de Arle, decimam et bona in parochia de Orschot, valentia annuatim circa XXX libras nigrorum Turonenses’ (Dirk van Willem van Aarle moet [als leenman van de hertog van Brabant] voor de tiend en de goederen in de parochie van Oirschot ongeveer 30 pond zwarte Tournoois betalen).[3] Dirk was dit verschuldigd voor de hoeve of boerderij die later de Armenhoef of de Amelrijk Bootshoeve wordt genoemd. (Foto J)

De boerderij was ooit eigendom van een zekere Amelrijk Boot die deze hoeve schonk aan het in 1471 door hem gestichte gasthuis van Oirschot. De naam De Armenhoef betekent niet dat dit een arme hoeve was, maar verwijst naar het gebruik om de opbrengsten van de boerderij aan de armen te geven.[4] (Foto K)

In 2011 plaatste de gemeente Best de boerderij op de gemeentelijke monumentenlijst. Thans beschermt de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed in overleg met de gemeente en de eigenaar de Armenhoef als rijksmonument. Dit is bijzonder, omdat in principe alleen gebouwen van na 1940 nog rijksmonument kunnen worden. De Rijksdienst heeft voor deze unieke boerderijconstructie een uitzondering gemaakt.[5]

In 2013 is opdracht gegeven aan Pelser Hartman om van het houten skelet een driedimensionale documentatie te maken.[6 (Foto L)


[1] Toebast, ‘De oudste boerderij van Nederland’, zie

www.cultureelerfgoed.nl/sites/default/files/publications/rce-tijdschrift-1-2013.pdf.

[2] Vriendelijke mededeling bouwhistoricus Dick Zweers d.d. 22 september 2014.

[3] Galesloot, Le livre des feudataires, 262. In het later opgemaakte leenboek, het zogenaamde Spechtboek, fol. 210v: ‘’T goet te Arle, die woeninge met hoiren toebehoirten etc. etc.’.

[4] Op 6 oktober 1471 gaf de Oirschotse priester Amelryck Boot in zijn testament opdracht tot de stichting van het Bootsgasthuis en de fundatie van het beneficie van Sint Catharina, Lijten, ‘Het ontstaan der schuttersgilden’, 6-7, zie www.canonvanoirschot.nl/library/files/1342199569.15.pdf.

[5] Judith Toebast, specialist landelijke bouwkunst bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, zie

www.cultureelerfgoed.nl/sites/default/files/publications/rce-tijdschrift-1-2013.pdf.