Terug naar boven

Romeinse graven te Esch

De bewoningskernen Haaren en Esch, de gehuchten Belveren, Luissel, Uilenbroek, De Ruiting, Nergena en Halder en de bijbehorende akkers liggen op de hogere delen in het stroomgebied van de Essche Stroom. In de beekdalen bevonden zich de hooi- en weidegebieden.[1]

Esch ligt op een hoger gelegen donk in het beekdal van de Essche Stroom en lijkt vanuit de lucht op een eiland dat via vier droge routes met de omgeving is verbonden. De twee oudste bruggen, de Hoge of Overste Brug (bij het Mannengasthuis aan de Haarenseweg) en de Lage Brug, Kasteelse of Neersche Brug (bij Baarschot) zijn al bekend uit een optekening in het schepenprotocol van ’s-Hertogenbosch uit 1381. De Runsdijk is een opgeworpen kade. De Leunisdijk glooit mee met het landschap en was in nattere periodes een voorde of doorwaadbare plaats. [2]

Het middeleeuwse Esch is ontstaan nabij een oude beekovergang op een hoge oeverwal ten oosten van de Essche Stroom. Door de uitbreiding van de oude kern nabij de kerk is een min of meer lijnvormige nederzetting ontstaan.[3]

De meest spectaculaire archeologische vondsten in Esch dateren uit de Romeinse periode. Hierdoor vormt Esch, samen met Halder (Sint-Michielsgestel), één van de belangrijkste vindplaatsen in het gebied van de Essche Stroom. Zoals bijna overal op de Brabantse zandgronden werden de nederzettingen uit de Romeinse periode in de loop van de derde eeuw na Christus verlaten en raakte het cultuurlandschap overwoekerd door bos. Pas enkele eeuwen later treffen we opnieuw bewoningssporen aan. Uit de Merovingische periode is maar één enkele vondst bekend, een werpbijl die in 2006 is gevonden langs de Essche Stroom aan de Ruiting te Esch.[4] De oudste schriftelijke vermelding van Esch vinden we in een oorkonde uit de achtste eeuw. Zij wordt gedateerd tussen 9 oktober 773 en 9 oktober 774.[5] De originele oorkonde is verdwenen, maar we kennen de inhoud van de tekst omdat die is overgeschreven in het ‘Liber Aureus’, het Gouden Boek van de abdij van Echternach. In deze oorkonde schenkt Nebelung al zijn goederen in ‘Hesc’, namelijk vier hoeven met alle bijbehorende zaken aan de abdij Echternach. Eerder heeft men dit ‘Hesc’ met Esch a/d Sauer in het groothertogdom Luxemburg geïdentificeerd, maar op basis van de Echternachse cijnzen die aantoonbaar in Esch werden geïnd in de veertiende en vijftiende eeuw kan met zekerheid worden gezegd dat het hier om het Noord-Brabantse Esch gaat.

Romeinse graven te Esch

In Esch zijn tussen 1950 en 1961 op twee verschillende locaties zeven Romeinse graven ontdekt: drie op de Kollenberg (graf I-III) en vier aan de Haarenseweg (graf IV-VII), het grafveld Hoogkeiteren.[6] Het rijke vondstmateriaal uit deze graven werd vervolgens geanalyseerd door Bart van den Hurk.[7] De twee vondstlocaties liggen op ongeveer achthonderd meter van elkaar en zijn gescheiden door de Essche Stroom. De graven staan bekend als ‘de rijke graven van Esch’ en hadden houten kamerconstructies en kostbare grafgiften.[8] Dergelijke graven waren slechts weggelegd voor de bovenlaag van de plaatselijke bevolking, de plattelandselite. De zogenoemde tumulusgraven van Esch dateren uit de periode tussen 175 tot 250 na Christus. De term tumulusgraven is afkomstig van het Latijnse ‘tumulus’ of grafheuvel. De term ‘kamergraven’ zou voor dit type graven mogelijk beter zijn, omdat de grafheuvel soms ontbreekt. Ook in Esch was de grafheuvel moeilijk aantoonbaar. De grafvondsten zijn ondergebracht in Het Noordbrabants Museum in ’s-Hertogenbosch. De complete inventaris van één van de graven wordt als een topstuk van het museum gekwalificeerd.[9]

Niet alleen zijn de grafvondsten in Esch uniek voor Nederland, de graven hebben ook rijke informatie opgeleverd over de gang van zaken bij de begrafenis van belangrijke personen, de bijbehorende rituelen en de opvattingen over het bestaan na de dood.[10]

Bij de vondst van een zevende graf in 1961 waren de verwachtingen opnieuw hooggespannen en werd besloten tot overbrenging van het complete graf, in een speciale stalen kist, naar een laboratorium te Amersfoort. Het nachtelijk transport werd door de militaire politie begeleid. Deze operatie, bekend als de operatie ‘Taartschep’, leidde echter tot een grote teleurstelling: het ging hier slechts om enkele bijgaven die niet eens van bijzondere kwaliteit waren.[11]

Mogelijk hebben zich in Esch twee Romeinse villa’s bevonden, één behorend bij het grafveld van Hoogkeiteren (Kouterakker) nabij het landgoed Zwanenburg en een tweede villacomplex, vermoedelijk in het centrum van Esch, behorend bij de vele bijzondere Romeinse grafvondsten aan de rand van de bebouwde kom.[12]

Begrafenisritueel in Romeinse tijd

In het Oudheidkundig Museum Sint-Michielsgestel is inzichtelijk gemaakt hoe een begrafenis in de Romeinse tijd in Esch verliep. Eerst werd een kuil gegraven waarin met zware planken de grafkamer werd opgebouwd. Na de crematie van de dode op een brandstapel werden de resten van de dode uit de afgekoelde as bij elkaar gezocht en in een kleine houten kist geplaatst. Dit kistje werd vervolgens bijgezet in de grafkamer, met daar omheen voorwerpen die de dode persoonlijk gebruikt had, zoals bijvoorbeeld toiletgerei. Daarna legde men er allerlei serviesgoed gevuld met spijs en drank bij en werd de grafkamer afgesloten met een houten deksel. De voorwerpen die bij de sluitingsceremonie waren gebruikt, liet men achter op het deksel. Tot slot werd de grafkuil weer gevuld met aarde en kon boven het graf een grafheuvel worden opgeworpen.[13]

Let op: Het Oudheidkundig Museum is tijdelijk gesloten en hoopt in 2017 te heropenen op Landgoed Haanwijk. Tot die tijd zijn een aantal objecten uit het museum te zien in de Openbare Bibliotheek in Sint-Michielsgestel.

Grafvondsten

In de graven bevonden zich onder meer gouden sieraden, een bronzen ampulla of zalfpotje in de vorm van een buste, vrij zeldzaam ‘zwart’ glas, een luxe bord van glanzend rood aardewerk, een stukje textiel, en het beroemde Bacchusbeeldje.[14] Het stukje textiel, gevonden in graf II op de Kollenberg, is het oudste stuk gebreid Romeins textiel dat ooit werd gevonden. Het barnstenen beeldje, gevonden in graf V Hoogkeiteren, wordt nu bewaard in het Noordbrabants Museum te ’s-Hertogenbosch. (Foto A)

Graf V werd het ‘graf van de rijke dame’ genoemd, omdat daarin een overdaad aan luxe glaswerk, voorwerpen van barnsteen, sieraden, mantelspelden, een beursje van kralenweefsel en sandalen gevonden werden. Ook het bekende barnstenen Bacchusbeeldje is afkomstig uit dit graf. De sieraden lagen in een apart houten kistje: twee broches met groene en blauwe imitatiesteen van glaspasta in een verguld bronzen vatting, en daarbij ook nog ongeveer zevenhonderd kralen.[15] (Foto B)

Vermeldenswaard is ook dat in graf II op de Kollenberg een fragment textiel bevatte dat werd geïnterpreteerd als gemaakt met een breisteek. Waarschijnlijker is het gepunnikt, maar in hetzelfde graf werden wel twee bronzen breinaalden gevonden. Breiwerk uit de Romeinse tijd is alleen bekend uit een fragment dat is gevonden in het uiterste oosten van het Romeinse Rijk, in Dura-Europos aan de Eufraat in Syrië. Het stukje textiel en de breinaalden uit Esch zijn ouder.[16]

 

[1] Roymans en Keijers, De Essche Stroom, zie www.esschestroom.nl/images/eindrapport_cultuurhistorie.pdf, 8.

[2] Ruijgrok en Kok, Verbeeld idee. De Essche Stroom, zie www.esschestroom.nl/images/Verbeeld_idee_totaal.pdf, 49.

[3] Roymans en Keijers, De Essche Stroom, zie www.esschestroom.nl/images/eindrapport_cultuurhistorie.pdf, 33.

[4] Van Sambeek en Van de Langenberg-Scheepers, Met oog voor het verleden, 24.

[5] Camps, Oorkondenboek I, 15-16, nr. 10. Het handschrift bevindt zich thans in de Forschungsbibliothek te Gotha, cod. membr. I 71.

[6] De wandelroute ‘De Bacchus’ loopt langs de informatiepanelen over de grafvelden, zie www.hetgroenewoud.com/download/167/templates/default/files/documenten/Route_De_Groene_Poort_Boxtel_-_Esch.pdf. Voor een fietsroute langs de informatiepanelen, zie www.heemkundeboxtel.nl/images/stories/div_pdf/vvv_romeinen_fietstocht.pdf.

[7] Van den Hurk, ‘The tumuli from the Roman Period of Esch’.

[8] In 1981-1983 zijn in Nijmegen kamergraven ontdekt die de rijkdom van Esch nog ver overtreffen, zie Van den Hurk, ‘Een pas’, zie http://romeinshalder.nl/bulmaart14.pdf, 6. Koster, Het grafveld.

[9] Objectnummer 09904, inventaris Romeins graf te Esch, zie

www.hetnoordbrabantsmuseum.nl/collectie/zoeken-in-de-collectie.

[10] Van den Hurk, ‘Een pas ontdekt graf in Huissen’, zie

http://romeinshalder.nl/bulmaart14.pdf, 5-7.

[11] Voor het verhaal over de zogenaamde operatie Taartschep in 1961, het lichten van een Romeins graf te Esch met behulp van een tank, zie www.bhic.nl/index.php?id=4037&zoek=hoog%20water&helewoorden=0&id_zoek=10097.

[12] Roymans en Keijers, De Essche, zie http://www.esschestroom.nl/images/eindrapport_cultuurhistorie.pdf, 27-28.

[14] Van Sambeek en Van de Langenberg-Scheepers, Met oog voor het verleden, 18-19.

[16] Wild, Textile Manufacture, 60; www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/operatie-taartschep.

 

A - Barnstenen Bacchusbeeldje uit graf V in Esch. (Bron foto)